Inwijdingsteksten
Een inwijdingstekst, wil zijn lezers binnenleiden in de beleving van het ultieme mysterie.
Vaak is de tekst zowel transcendent als immanent te noemen: de mens overstijgend en toch hele maal aanwezig. Het is geen ding of substantie of wat ook, maar zoiets als de werkzaamheid, de dynamiek, de manier van zijn of juister van gebeuren van de werkelijkheid.
De teksten, met vele woorden en beelden cirkelen om de betekenis heen, ons eerder tot na- voelen uitnodigend dan tot na- denken. Het gaat meer om een belevingswijze dan om een metafysica. Overeenkomsten in de verschillende teksten zijn: Geloof in de Ene, de krachten die ons ter beschikking staan ( innerlijke, goddelijke ), de scheppingskrachten of creativiteit, de paren van tegengestelden die gelijkwaardig zijn, de kracht van ontvankelijkheid en levenskrachten die onze zelfcultivering ondersteunen.
Aan bod komen de Inwijdingsteksten van De Tao; het taoïsme biedt een levensfilosofie met een religieuze diepte en toch zonder verplichte dogma's. Het biedt ook een weg tot fysieke en psychische zelfcultivering om zich die wijsheid eigen te maken. En het biedt tenslotte de belofte dat het dagelijkse praktische leven door die wijsheid en dat psychofysieke inoefenen een heel stuk voller en bevredigender kan worden.
Inwijdingswoorden lees je in' The Tale of returning 'van Antoine de Saint Exupery
Inwijding of initiatie in roeping lees je bij Edith Stein
De Tao; het ene bewaren
Je hemelse en aardse zielen vasthouden en een maken,
zodat ze nier uit elkaar gaan:
kun je dat ?
Je op je adem concentreren en hem zacht maken
als die van een klein kindje:
kun je dat?
Je onzichtbare spiegel polijsten en rein houden,
zodat er geen enkele smet op blijft:
kun je dat?
Met liefde voor het volk het land besturen
en toch je houden aan het nietsdoen:
kun je dat?
Je hemelse poort openen en sluiten
in de vrouwelijke positie:
kun je dat?
Wanneer de alomvattende verlichting bereikt is
toch niet al je kennis gebruiken:
kun je dat?
De tegengestelden
Erkennen allen onder de hemel
De schoonheid van het schone,
dan ook het lelijke.
erkennen allen
De goedheid van het goede,
dan ook het niet-goede.
Want zijn en niet- zijn
baren elkaar.
Moeilijk en licht
vervolmaken elkaar.
Lang en kort
bepalen elkaar.
Hoog en laag
Komen uit tegen elkaar.
De toon en de stem
sluiten aan bij elkaar.
Voor en na
volgen elkaar.
Daarom maakt de wijze werk
van het niet- doen
En predikt hij
de leer zonder woorden.
De tienduizend wezens komen op
en hij weigert niet.
Hij brengt voort
en rekent niet als eigen.
Hij doet
en steunt er niet op,
Verwerft verdienste
en hecht er niet aan.
Juist omdat hij er niet aan hecht,
wordt zij hem nimmer ontzegd.
De kracht van ontvankelijkheid
De kracht van ontvankelijkheid is het vermogen van aanpassing, van scheppende rust. Het is een existentieel engagement dat zich op verschillende niveaus afspeelt: in het eigen lichaam, via juiste voeding en hygiene; in het eigen leven, door de afwezigheid van competitief streven, tevreden zijn met zichzelf, niet vasthouden, gematigdheid, deemoed; maar ook op het sociaal - politieke niveau: geen oorlog, geen hoge belastingen, geen harde repressie, geen strenge wetten.
Het taoïsme ontwikkelde daartoe een meditatiemethode die gericht is op het gevoelig worden voor wat in de omringennde en eigen lichamelijke natuur omgaat, voor deze scheppende rust.