God van de verloren zielen, hoor mij!...

De Libanese dichter Khalil Gibran klaagde ooit helemaal in de geest van Jezus over 'de volmaakte wereld'. Je zou ook kunnen zeggen over ' de wereld van de volwassenen'. Hij schreef: 'God van verloren zielen, U die verloren bent onder alle goden, hoor mij!....

Ik leef te midden van een volmaakte wereld,ik, het meest onvolmaakte ik, een menselijke chaos, een nevel van verwarde elementen, ik beweeg me tussen volmaakte werelden - mensen van recht en orde met de juiste gedachten, geordende dromen en visioenen die wijd en zijd bekend en opgetekend staan.

Hun deugden, o God, zijn afgemeten, hun zonden afgewogen, en zelfs de talloze dingen  die zichin de schemer tussen deugd en zonde bevinden, hebben een eigen rang en orde.

Verloren zielen

Zij schrijven in smetteloze wetten voor wat er ovemrdag en 's nachts  gedaan moet worden: eten, drinken, slapen, de eigen naaktheid bedekken  en op het juiste moment moe zijn.

Werken, spelen, zingen, dansen en stil blijven liggen als het uur slaat.

Dit denken en dat voelen en met denken en voelen ophouden als er een bepaalde ster aan de horizon verschijnt.

Lachend de buurman beroven, plechtig dingen weggeven, van bovenaf prijzen, voorzichtig berispen, met een enkel woord een ziel kapotmaken, met een ademstoot een lichaam verbranden en na het werk van de dag de hannden wassen.

Liefhebben zoals het hoort, op een voorgeschreven manier vrije tijd besteden,, de goden op gepaste wijze vereren, de duivel op  geslepen wijze bij de neus nemen - en zo nodig alles vergeten alsof de herinnering is gestorven.

Genoegen beleven aan een idee, bedachtzaam mediteren, innig genieten van geluk, voornaam lijden - en dan de beker legen zodat de dag van morgen hem weer vult.

Al deze dingen, o God,worden nauwgezet bedacht, naar hun bestemming in de wereld gevoerd, met zorg gekoesterd, volgens de regels bestuurd, door het verstand geleid en tenslotte zoals voorgeschreven geslacht en begraven. En zelfs de stille graven in de menselijke ziel z ijn geregistreerd en geteld.

 Een volmaakte wereld is het, een wereld van volmaakte voortreffelijkheid, een wereld van grenzeloze wonderen, de rijpste vrucht in de tuin van God, de meesterlijke gedachte van het universum.

Maar waarom, o God, moet ik daarin leven,ik, een graankorrel van niet gerijpte passie, een verdwaalde storm die niet naar het oosten noch naar het westen blaast, een afgebroken overblijfsel van een allang verbrande planeet?

O God van de verloren zielen, U  die verloren bent onder alle goden, waarom moet ik hier leven?

'Je moet hier leven' zei Jezus, die de gelijkenis van het 'mosterdzaadje' dichtte, heel treffend tegen al die verloren zielen op die avond toen hij de kinderen omarmde 'omdat God houdt van wat nog niet af is en graag wil zien hoe de uitgezaaide graankorrel rijpt. 

Alles wat af is, is bijna dood in deze wereld. Laat je door de vermeende grootheid van anderen niet afschrikken en laat je niet verblinden door het aanschijn van hun voleinding. Het komt er in dit leven enkel op aan om waarachtig te zijn en er grenzeloos op te vertrouwen dat er voor God niets anders telt dan het eigen leven met de eigen grootheid en grenzen',

Onze houding

Het is een houding die in een klein gebed in Psalm 131 aan God wordt voorgedragen: ' HEER, niet omhoog wil mijn hart, mijn ogen richten zich niet in de hoogte, ik houd me niet bezig met grote dingen die mij toch te veel een raadsel zijn. Ik ben stil geworden en rustig, zoals een kind op schoot bij zijn moeder. Zoals een kind is mijn ziel in mij. Vertrouw op de HEER, van nu tot in eeuwigheid'.

Een onderzoeker van ervaringen

Exupery schreef in zijn boek 'De kleine prins' over een 'wereldregistreerder', een 'geograaf' die gezeten aan zijn schrijftafel potloden slijpend zit te wachten tot een 'onderzoeker' hem zijn ervaringen over de wereld komt vertellen, zodat hij die zo  nauwkeurig mogelijk kan noteren en ordenen. 

Moet je, mag je het leven zo uit elkaar rukken in verkennen en verkondigen, in ervaringen en bewaren, in doorgronden en grondvesten? En als er al zulke 'opsplitsingen' bestaan in elk dagelijks domein van het leven en het leren,is het dan echt alleen maar consequent en volkomen normaal om dit voorbeeld ook na te streven in de 'theologie'?

Of heeft Sören Kierkegaard gelijk: is het de grootste schurkenstreek  uit de wereldgeschiedenis om het 'verhevene' zo te 'verkondigen' dat men het zichzelf steeds van het lijf houdt. Mijden wij de uitdaging van werkelijk religieuze ervaringen door de ervaringen van andere mensen te veranderen met behulp van 'onderzoek' en 'leer' en gaan wij als gevolg daarvan tenonder aan de zelf opgelegde levensputting.

Eigenaren

Rainer Maria Rilke beschreef de uitwerking die  de aanmatigende houding van 'eigenaren'  op hem had doordat zij de geheime melodie in het hart van alle dingen bijna moedwillig doodden:

'Ik ben zo bang voor het woord van de mensen.

Zij spreken alles zo duidelijk uit:

En dit heet hond en dat heet huis.

En hier is begin en het einde is daar.

 

Mij beangstigt ook hun geest, hun spel met de spot.

Zij weten alles, wat wordt en was,

Geen berg is voor hen meer wonderbaarlijk;

Hun tuin en goed grenst direct aan God.

 

Ik wil altijd waarschuwen en weren: Blijf ver.

De dingen zingen hoor ik zo graag.

Jullie raken ze aan: ze zijn star en stom.

Jullie brengen me alle dingen om.

------

Van pure angst onderdrukken wij de ander maar al te vaak, kwellen wij hem met onze eigen voorstellingen, perken wij hem in, leggen hem voorschriften en vermaningen op en lijken wij bovendien heel goed op de hoogte te zijn van alkes en nog wat. In werkelijkheid vernietigen wij op die manier alleen maar zijn dromen waar wij helemaal niets van weten, zijnhoop, zijn verwachtingen.

Uiteindelijk zijn er dan geen wonderen meer, geen opwinding, geen enkele fantasie en het lijkt zelfs wel alsof het doel  van alke geheime ondercuratelestelkingen in de wijngaard van de ziel is, dat wij aan het einde elkaar volledig in de greep hebben. Masr alkes wat je kunt 'bezitten' is dood en met elke vorm van toe-eigening plunder je alleen maar het zaaigoed van God, in plaats van dat in alle rust tot wasdom te laten komen.

Verklaring

Rilke heeft ooit aan een van zijn gedichtencycli een 'Titelblad' vooraf doen gaan, waarin hij verklaart, waarom de daarop volgende negen bladzijden alleen maar beelden van ellende laten zien en woorden willen geven aan de stem van hen die lijden: de bedelaars, drinkers, weduwen, blinden, melaatsen, dwergen - de hele litanie van een als het ware alleen in de marge nog geduld kwetsbaar leven, dat waar dan ook hulp zoekt en toch nooit weet waar het die vinden kan.

In deze 'Verklaring' spreekt Rilke van de druk die op de armen ligt om zich te laten zien.

'De rijken en gelukkigen kunnen zwijgen,

Niemand wil weten wat zij zijn.

Maar de behoeftigen moeten zich laten zien,

Moeten zeggen: ik ben blind

Of: ik sta op het punt het te worden

Of: het gaat mij niet goed op aarde

Of: ik heb een ziek kind

Of: ik ben maar wat opgelapt....

En misschien is dat helemaal niet genoeg

En omdat verder iedereen, als aan dingen,

Aan hen voorbijloopt, moeten zij zingen.

En dan hoor je soms een goed lied.

Maar de mensen zijn vreemd; zij horen

Liever castraten in knapenkoren.

Maar God komt zelf en Hij blijft lang

Als deze besnedenen henm storen.'

-------

Door deze wereld gaat het onhoorbare, geluidlize lied van de amoede rond, van angstige en beschaamd verborgen smeekgebaren, van de voorzichtig ingeklede en vervulde uitingen van misere en van heimelijke blikken op het onbereikbare geluk van anderen. Juist mensen die er het ongelukkigst aan toe zijn, schamen zich vaak het meest, omdat  elke smeekbede om hulp wordt gevoeld als schande, als  een blamage en een schaamteloze bankroetverklaring.

Zij denken altijd zich te moeten verstoppen en zich anders te moeten voordoen en daarom zeggen zij  dat wat doirmaken niet zo erg is.Hoe graag zouden zij niet een plek vinden waar zij zich kunnen uitspreken. Zelden wagen zij het  erop om aan anderen te laten zien hoe beroerd zij er aan toe zijn. De vraag om hulp alleen al blijkt het altijd weer noodzakelijk te maken om je anders voor te doen dan je bent.

 

Afgoden vervallen

'Jezus kwam niet uit het hart van het licht om de woningen te vernietigen en op de ruïnes kloosters en abdijen op te richten. Hij haalde niet de sterke mensen over om monniken of priesters te worden. Hij kwam om een nieuwe geest naar deze aarde te zenden met de kracht om de grondvesten te doen schudden van ieder rijkdat op beenderen en schedels van mensen is gebouwd....

Hij kwam om de majesteuze neer te halen die op de graven van de zwakkeren zijn gebouwd; hij kwam om de afgoden ten val te brengen die op kosten van de armen hun tempels bouwden. Jezus  werd niet gezonden om de mensen te leren hoe je weelderige kerken en heilgdommen  bouwt te midden  van koude, ellendige hutren en mistroostige krotten..

Hij kwam om de harten van  de mensen  tot tempels te maken, hun zielen tot altaren en hun geest tot priester. Dat was de missie van Jezus van Nazareth, en dat is zijn leer waarvoor hij werd gekruisigd.'

- Khalil Gibran