In den beginne was de liefde
Mystieke ervaringen wekken de indruk dat we geloof kunnen omschrijven als een identificatieproces met een liefhebbende en beschermende instantie. Over de ervaring van een onherroepelijke scheiding heen brengt de mens met woorden en symbolen een nieuwe, blijvende band of een vereenzelviging tot stand met de Ander. Deze laatste is niet tastbaar en moederlijk, maar vaderlijk en symbolisch.
Augustinus durft het geloof van de christen in zijn God te vergelijken met een pasgeboren kind dat aan de moederborst ligt: 'De volmaakte afhankelijkheid, dat intiem deelhebben aan alles wat, goed of slecht, uit die unieke levensbron stroomt. Eenwording met een 'borst' die draagt, voedt, liefheeft en beschermt, maar één die voortaan niet meer van de moeder maar van een onzichtbare instantie in een andere wereld afkomstig is.
Hier vindt op het punt van de vroegste afhankelijkheid van het kind een belangrijke ingreep plaats, terwijl wij tegelijk te maken hebben met een compromis: de voordelen die onze verbeelding ervan verwacht verplaatst zich naar de orde van de tekens.
In den beginne was er opvoeding
Het onbewuste van iedere mens is niets anders dan zijn geschiedenis, die in haar geheel in ons lichaam is opgeslagen, maar slechts gedeeltelijk toegankelijk blijft voor ons bewustzijn. Ieder mens heeft zijn of haar waarheid van de geschiedenis. In de beginne was er opvoeding gaat over het ontkennen van het lijden in onze kindertijd.Veel van onze herinneringen, emoties en behoeften zijn verdrongen, ontkent of afgesplitst.
Voorbeeld: Een geslagen kind moest immers voortdurend angst voelen voor nieuwe klappen, maar het kon niet leven met de wetenschap dat het wreed behandeld werd. Om te overleven blijft het steken in een irreële, verfraaide, illusoire wereld. Soms komen deze onderdrukte emoties door heel gewone gebeurtenissen weer tot leven, maar vinden nauwelijks begrip. Ik? Angst voor mijn moeder?
Het kleine, nog niet geïntegreerde kind leeft voort, nooit bewust geworden of ervaren en richt zich op andere mensen. Wantrouwen is het gevolg (o.a eten, anorexia); het lichaam zegt dit wil ik niet, zonder te zeggen wat het wel wil.
De ontkenning van de waarheid van de ooit ondergane wreedheid torpedeert de biologische opdracht van het lichaam en blokkeert de levensreddende functies ervan.
Eer uw vader en uw moeder
Iedereen kent het vierde gebod: 'Eer uw vader en uw moeder. Dan zult gij lang leven op de grond die de Heer uw God u schenkt' (Ex 20, 12).
Het vierde van de Tien geboden heeft te maken met het gezin en de innerlijke eenheid daarvan - de solidariteit zou je kunnen zeggen. Deze formulering hemelt het gezin niet 'kunstmatig' op, maar beklemtoont de eigenheid daarvan en de rechten die daaruit voortvloeien. Het gezin is een gemeenschap met bijzonder intense interpersoonlijke betrekkingen tussen ouders en kinderen, tussen generaties. Het is een gemeenschap die op een speciale wijze veilig gesteld moet worden. En God kan geen beter veiligstelling bedenken dan deze: 'Eer'.
Je ouders vertegenwoordigen in zekere zin de Heer; zij hebben je het leven gegeven, ze hebben je het menselijk bestaan binnengevoerd in een bepaald gezin, een bepaald volk, een bepaalde cultuur. Na God zijn ze je eerste weldoeners. Er is hier een zekere analogie met de verering die men God verschuldigd is.
De band tussen 'eer' en 'liefde' is zeer nauw. Is het systeem van interpersoonlijke relaties zoals het vierde gebod aangeeft niet eenzijdig? Verplicht het ons alleen onze ouders te eren? Letterlijk genomen is dat zo . Maar indirect kunnen we ook spreken van de 'eer' die ouders hun kinderen verschuldigd zijn. 'Eren' betekent erkennen. eren veronderstelt wezenlijk een houding van onzelfzuchtigheid. Je zou kunnen zeggen dat het 'een oprechte gave van persoon aan persoon' is, en in die zin valt eer samen met liefde.
Het gebod stelt eisen aan de ouders zelf. Dit goddelijk voorschrift lijkt te zeggen: 'U, ouders, moet u zo gedragen dat u door uw levenswijze de eer (en de liefde)van uw kinderen verdient!
Het gebod 'eer uw vader en uw moeder' zegt indirect tot de ouders: Eer uw zonen en uw dochters. Ze verdienen het omdat ze leven, omdat ze zijn wie ze zijn, en dit geldt vanaf het eerste moment van hun conceptie. Door uitdrukking te geven aan de intieme banden die het gezin verenigen, benadrukt het vierde gebod de basis van innerlijke eenheid.
Iedereen die als kind geen liefde heeft ontvangen, verlangt daar naar, soms een leven lang.
Je ouders verlaten
Om je ouders te eren is het wel nodig dat je ze op een goede manier verlaat. Gen 2: 24
Alleen als je onafhankelijk van je ouders bent geworden, kun je worden wie je bent. Zolang je kind was, bepaalden zij wie je was. Of in ieder geval droegen ze aan je over hoe ze je zagen. Zij waren de belangrijkste stem in je leven. Mag God het nu zeggen omdat Hij als niemand anders weet wat er in je zit en dat eruit wil laten komen?
Ben je vrij van je ouders?
Heb je je ouders verlaten, dan ben je zelfstandig geworden en vrij om te bepalen hoe je met ze omgaat. Lukt dat? Durf je jje mening tegen hen te zeggen? Wie bepaalt hoeveel contact je met hen hebt? Voel je je vaak schuldig naar je vadet, je moeder, hen beiden ? Kun je spontaan van hen houden, zonder het gevoel te hebben dat het moet. Kun je hen respecteren? Ben je dankbaar voor alle goede dingen die ze aan je hebben doorgegeven.
Het maakt nogal uit hoe je je ouders verlaat. Het zou kunnen dat je om de een of andere reden boos op hen bent. Dan zit je met die boosheid nog steeds aan ze vast. Heb je je ouders op een gezonde manier verlaten, dan kun je in vrijheid met hen verbonden blijven. Je kunt je ouders eren omdat je je bestaan aan hen te danken hebt, omdat ze voor je gezorgd hebben, zich voor je ingezet.
Het Onzegbare
Liefde is complex en gelaagd, een ingewikkeld gegeven dat almaar vaker vereenvoudigd wordt tot een enkele laag. Duurzame liefde heeft met al deze gelaagdheden iets te maken. Halen we er een dimensie uit, dan doen we haar tekort. Alles begint met onze lichamelijkheid. Wij zijn met, in en door ons lichaam. Zonder ons lijf geen bestaan en dus ook geen liefde.
De meest mystieke benadering van ons bestaan wortelt fundamenteel in ons vergankelijk vlees. Stof zijn wij. Lichaam zijn wij. In dat lichaam is ons brein een substantie die wel eens met ons zijn zelf wordt verward. Maar voor de liefde hebben we minstens een ander brein nodig waarmee we ons verbinden. Liefde heeft ook met psychologie te maken. Met hoe we in de wereld staan.
Liefde is brein, maar ook woord. Interactie, communicatie, systeem- en gedragspsychologie kunnen allemaal iets zeggen over liefde. Wie in zijn kindertijd ernstig beschadigd is op het vlak van hechting, is soms toch perfect in staat om een liefdevolle relatie aan te gaan. Dat bewijst dat liefde niet alleen te maken heeft met ons brein en onze 'psyche', maar met nog wat anders; filosofie.
Filosofie overstijgt de psychologie, die zich bezighoudt met biografische levensprocessen, ze stelt universele vragen waarvan de belangrijkste is: ' Wat is het goede leven?' Cruciaal voor de liefde zijn vragen zoals 'Hoe kunnen we liefhebben? en 'Wat is liefde'. Levenswijsheid is in de liefde onontbeerlijk en heeft niet veel te maken met intelligentie of diploma's. Met filosofie houdt het mens-zijn nog niet op. De mens (en dus de liefde) heeft altijd te maken met het 'onzegbare'. Met iets spiritueels dat je religie kunt noemen, maar ook niet- weten, het mystieke, het niet- zegbare, het onbegrijpelijke.
Er zijn geen woorden voor, je blijft sprakeloos. De liefde wortelt in de gewonigheid, maar is ook mystiek.
In den beginne...
In den beginne bevoeren wij een oceaan, een onmetelijk water vol geheimen en gevaren.
Het was mooi.
Soms was het stil, soms maakten de golven kabaal, maar wij hadden er niets over te zeggen.
Helemaal niets.
Dus voeren we door, eeuw na eeuw, op ons gemak.
Maar nu is het uitspansel ingestort.
We kijken omhoog, en wat blijkt het allemaal re zijn?
Niks geen oceaan.
Een ordinair zwembad is het, met miljarden badgasten die in het water pissen, en de longen uit hun lijf schreeuwen, maar het gaat nergens heen!
Al dat lawaai, het, gaat nergens heen!
Het ketst af tegen een plafond dat we ooit voor de hemel hielden.......
- uit Foon Marente de Moor