De vogels van liefde brandende..

Mystiek dat gaat over  mensen die in vuur en vlam staan voor God / het goddelijke.

De vogels, van liefde brandend, zeiden, ' Hoe kan de mot zichzelf redden van de vlam wanneer hij een wil zijn van de vlam? De vriend die wij zoeken zal ons tevreden stellen door ons toe te staan in hem verenigd te worden.

Het verschil tussen de ervaring en de reis

Er is een verschil tussen een mystieke ervaring en een mystieke reis. Een ervaring overkomt je, een mystieke reis wil je zelf beginnen om voor jou (on)bekende redenen. Het is een zoektocht naar jezelf in verhouding tot de wereld en God.


In dit geval een voorbeeld maak ik gebruik van een mystieke reis uit het Soefisme. Deze heeft de vorm van een allegorie;  'Attar's leerdicht of de Samenspraak van de vogels'  gaat over de voorbereiding en de ervaringen tijdens deze reis.   In dit leerdicht worden de stadia van deze reis beschreven als zeven valleien; halteplaatsen die verwijzen naar die bewustzijnsniveaus die blijvend zijn en die we op onze reis van spirituele verwezenlijking tegenkomen. 

Het bereiken van de hoogste stadia van liefde  is alleen mogelijk door inspanning en het aanvaarden van de pijn van scheiding waar je als minnaar mee te maken krijgt.

Het stadium van verbijstering is de zesde van de zeven valleien. In dit stadium van vertwijfeling zegt de ziel: 'Ik weet niets. Ik begrijp niets. Ik ben me niet van mezelf bewust. Ik ben verliefd, maar ik weet niet op wie. Mijn hart is tegelijk vol en leeg van liefde.'

Vergeet het advies niet, tref een goede voorbereiding!

De karavaan van de Ziel

Op onze spirituele reis bevinden we ons in de karavaan van de Ziel, die onophoudelijk op punt van vertrekken staat: de belletjes waarmee de dieren zijn getooid geven aan dat de karavaan zich opstelt om verder te gaan. Naar de volgende halteplaats, dit verwijst naar die bewustzijnsniveaus die blijvend zijn en die we op onze reis van spirituele verwezenlijking tegenkomen. Dit is een traditioneel beeld in de Arabische poëzie.

- Hafez

Zonder onderbreking Heer,
trekt de ene karavaan na de andere
van het niet-bestaan naar het bestaan.

- Masnawi I, 1889

De samenspraak van de vogels of De Simoerg

Wie spirituele vervolmaking zoekt moet het 'Pad' volgen dat hem leidt tot het hoogste niveau van spirituele bloei, de Waarheid, de Verlichting. Wie deze weg volgt doorloopt verschillende stadia of halteplaatsen(bewustzijnsniveaus) onder leiding van een gids en ontvangt bij elke halteplaats een dieper bewustzijn van wie God is.

Het doel van de reis is het opgaan in God, het in hem 'verniet' worden én een nieuwe intuïtieve blik op de werkelijkheid. De onthulling van de werkelijkheid - naarmate je vordert op het spirituele pad- wordt vaak metaforisch vergeleken met het wegnemen van de 'sluiers' die God voor de mens verhullen.

Het gaat dus om een 'ontsluiering'. Daarbij is overigens het 'ik' de grootste sluier; het is net het 'ik' dat belet Gods wezenlijke natuur te zien. Vandaar ook  dat 'zelfvernietiging', de laatste halteplaats is voor je God in zijn ware natuur kan zien.

Binnen het soefisme, de mystieke tak van de Islam, zijn er globaal genomen twee richtingen; de ene stelt dat men God kan bereiken binnen de orthodoxie van de koran, en de andere die stelt dat men op een bepaald moment de Koran(Sharia) overstijgt en een pad bewandelt dat van een andere orde is: het is noch het pad van het geloof noch dat van de afvalligheid.  Het is het pad dat naar God leidt en dat niemand kan uitleggen dan wie het zelf ervaren heeft. 

Attar bewandelt, in dit boek, dat tweede pad.

Attar's leerdicht

De spirituele zoektocht en verinnerlijking wordt bij Attar voorgesteld door het 'doorvliegen' van verschillende valleien(7), die te vergelijken zijn met de verschillende 'stadia' van het spirituele en mystieke leven die met andere benamingen in de christelijke mystieke traditie worden beschreven.

Overigens vinden we dezelfde basibeelden - waarin het hart, het gegidst worden louter door liefde, het staren naar het water van de bron die het beeld van het 'ik' uitwist en vervangt door het beeld van het 'jij' centraal staan - terug bij Johannes van het Kruis.

De eenvoudige, symbolische taal heeft als doel: onthulling van God, de werkelijkheid. Zoals ook bij Rumi.

Het verhaal
In Attar's samenspraak van de vogels' vinden we een specifieke invulling van de mystieke weg van het soefisme. De 'halteplaatsen'* van de mystieke weg zijn valleien geworden en de mystieke zoekers' zijn 'vogels' geworden onder leiding van de hop! Het verhaal is opgevuld met tientallen 'binnenverhalen' die de essentie onthullen. Anekdotes waarin de lezer zichzelf kan herkennen en  waaruit hij precies dat kan halen dat herinnert aan iets wat hij zelf(her) kent- doordat het hem ergens op een persoonlijk, onbewust niveau raakt,- of hem verder op weg helpt.

Het zijn 'open' verhalen- zo open mogelijk, zodat tenminste iets ervan bij de lezer binnendringt en hem 'iets' van de weg naar God en zichzelf ontsluiert. Korte dialogen vervullen de functie van 'eye-openers.' Door middel van de breedvoerige, praatgrage, babbelziek hop- leren we via verschillende invalshoeken, telkens opnieuw, de weg van onthulling, zelf-ontsluiering en ontsluiering van God kennen.

De mens ontsluiert zichzelf tot hij zichzelf 'verliest' en dan pas, zichzelf volkomen vergeten, ontdekt dat wat hij zocht gevonden heeft. Dan breekt de tijd aan van het verblijven in het 'paradijs'. Maar dat 'paradijs' is gevuld met het bewustzijn, op een dieper, spiritueel, niveau van de fundamentele eenheid van de dingen. Alleen wie deze weg is gegaan, of zulke dingen ervaren heeft, kan erover spreken.

* halteplaatsen verwijst naar die bewustzijnsniveaus die blijvend zijn en die we op onze reis van spirituele verwezenlijking tegenkomen (Hafez)

De Simoerg

Indien God zich manifesteert in alles(scheppels, schepping), dan is het ook logisch, dat alles zich in wezen weer tot zijn 'bron' kan terugwenden en ermee samenvallen.

Dat is dan de fudamentele mystieke eenheid vinden: samenvallen met de bron van al wat gemanifesteerd is; en tot dat wat gemanifesteerd is, behoort ook de mens, het individu, het lichaam, de materie, de schepping. En de bron van al die manifestaties is 'God', 'de Waarheid', of - zoals het bij Attar en ook elders heet: 'de Simoerg.'

De leer van de 'eenheid van al het gemanifesteerde' bouwt als het ware een brug tussen de materiële en geestelijke wereld en maakt het mogelijk, voor wie wil, de eenheid te beleven die aan de bron ligt van al wat zichtbaar is, van al wat verdeeld is, zowel in de werkelijkheid als in de verbeelding.

Het gaan van de mystieke weg betekent, in dit perspectief: het opheffen van het denken in categorieën van deze- of een spirituele werkelijkheid, er is geen goed tegenover kwaad en beide sluiten elkaar  uit; geloof staat tegenover rede, rede staat tegenover liefde voor God etc. Het is het opgeven van de gehechtheid aan het veelvuldige of het duale. Het gaat over het overstijgen van de kronkelpaden van de geest om de koninklijke weg die leidt naar de eenheid, te bewandelen.

Door 'eenheid' te brengen in deze tegenstellingen, als het ware in zichzelf, vormt de mens zichzelf om en neemt hij de 'verhullende sluiers' weg die de ware aard- de fundamentele eenheid- van de werkelijkheid verbergen.En door zo te doen onthult hij ook God, God was er al, maar verborgen achter al die sluiers. God wordt ontsluierd.

De samenspraak van de dertig vogels

Het verhaal van de 'samenspreking' gaat om het ego-overstijgende, transpersoonlijke* 'zien', 'schouwen' van het mysterie dat 'ik' 'jij' en 'jij' 'ik' is. En de drijfkracht, de 'motor' om dat mysterie te schouwen is een onvoorwaardelijke liefde voor de 'bron' van alles.

Wanneer op het einde van Attar's verhaal, de vogels die God( voorgesteld door de fabel-vogel de Simoerg) gezocht hebben, hem ook werkelijk  te zien krijgen, komen ze tot dezelfde intieme schouwing van zichzelf in het gezicht van de Simoerg. Wat ze zochten, zijn ze zelf. Wat ze wezenlijk zijn, is de Simoerg, en de Simoerg is hen. Maar dat hadden ze nooit kunnen ontdekken als ze de verschrikkelijke, pijnlijke, gevaarlijke, veeleisende zoektocht naar de Simoerg nooit hadden ondernomen.

Dat hadden ze nooit kunnen ontdekken als ze zich, uit liefde, niet volledig, hadden laten 'vernieten'(tenietdoen), indien ze de sluier van het 'ik' niet radicaal hadden ontrafeld.

* voor een uitleg over het transpersoonlijke' zie het item: Kwantummystiek

Het raamwerk

Vervolg van het verhaal: de hop roept een aantal vogels op om de 'verschillende valleien' over te vliegen die leiden naar de 'Simoerg':

De voorbereiding: Attar onderzoekt eerst de verschillende houdingen die je tegenover die tocht naar de Simoerg(d.i. de verinnerlijking, de Waarheid, de eenheid van alles)hebt, ook de bezwaren tellen mee, de excuses en alibi's die je verzint om er niet eens aan te hoeven beginnen.  Als dit serieuze werk achter de rug is volgt de beschrijving van de 'zeven valleien' die naar de Simoerg leiden en de spirituele betekenis van de vogels.

De zeven valleien:
- de vallei van het zoeken
- de vallei van de liefde
- de vallei van de kennis
- de vallei van de onafhankelijkheid en onthechting
- de vallei van de eenheid
- de vallei van verwondering en verbijstering
- de vallei van spirituele armoede en uitwisseling

De vogels:
De vogels worden belicht vanuit hun spirituele betekenis. Vaak wordt gerefereerd aan de geschiedenis van het O.T, aan figuren als David, Mozes, Adam, Jozef etc- aan wat koninklijk, zuiver aan hen is, en wat daarentegen donker, zondig aan hen is. De dichter vraagt de vogels na te denken wat 'donker' en 'onzuiver' aan hen is en het van zich af te werpen, en resoluut te kiezen voor het mooie, koninklijke, goddelijke dat in hen zit. Want net dat element zal hen op weg helpen naar de Simoerg.

De toespraak van de Hop:
Men stelt vast dat het vogelrijk geen koning heeft. Dus beslissen de vogels gezamenlijk een koning te zoeken. De hop antwoord: 'wij bezitten een legitieme koning en hij woont achter de berg Kaf. Zijn naam is Simoerg. Hij is de koning van de vogels. Hij is vlakbij ons, maar wij zijn ervan verwijderd. De plek die hij bewoont is ontoegankelijk, en elke taal schiet tekort om hem naar behoren te loven.'

De excuses van de vogels:
Er onstaat grote beroering onder de vogels. Ze willen hun Koning opzoeken. Sommigen worden 'vrienden van de Koning en vijanden van zichzelf.' Toch zijn ze onzeker, bang voor de moeilijke vlucht die hun te wachten staat, ze aarzelen en zoeken excuses om van de tocht naar de Simoerg af te zien.

Elke vogel verzint een ander excuus; de één is verliefd op de vergankelijke liefde, terwijl de liefde voor de Simoerg van een andere aard is. De ander vindt zichzelf te klein en te zwak om zo hoog te vliegen, ze smacht naar levenswater maar ze kan niet weg, ze zit in een kooi gevangen. Weer een ander noemt zichzelf al een 'paradijsvogel' maar hij heeft ooit een klein foutje gemaakt, het opeten van een slang, en is daarom uit het paradijs verdreven, en veroordeeld tot een 'zittend' bestaan waardoor hij niet kan vliegen. Ook  Adam weigerde heel exclusief voor de Simoerg te leven. De eend leeft al in twee werelden, hij doet regelmatig rituele wassingen en spreid op het water het tapijt van gebed uit. Hij voelt zich al zuiver, hij toont berouw, hij heeft een zuiver kleed, en woont in een smetteloze omgeving. 

En zo gaat het maar door, ambitie, gebondenheid aan status, geen behoefte aan anderen, blijven zitten waar je vastzit in de modder, enzovoort. De Hop geeft weerwoord: jullie zoeken de buitenkant, als je werkelijk volmaakt wilt zijn, dan moet je je focussen op datgene wat 'alles' is, en je moet alles worden en kiezen voor wat alles is.

Zielsverwantschap:
We voelen de zielsverwantschap tussen onszelf en de Simoerg niet.Waarom zouden we naar God verlangen als we daar geen nood toe voelen? Waarom zou ik God zoeken?

De zeven valleien

Vallei 1: De vallei van het zoeken: het blijvend zoeken dankzij het hart en de genade.
Duizend zorgen zullen je overvallen, en dit zonder ophouden.
Je zult jaren in deze vallei moeten doorbrengen en allerlei inspanningen moeten verrichten om je levensinstelling te veranderen. Gedreven door een vurig verlangen en door de hoop. Je zoektocht mag niet verslappen, nooit. Je moet geduldig te werk gaan, maar wie bemint is ongeduldig.

Vallei 2: De vallei van de liefde

Heb lief en doe wat je wilt - Augustinus

De vallei van de liefde:het verteerd worden door het vuur van de liefde.

Dompel je onder in het vuur- je moet zelf vuur worden, want anders kan je er niet eens overleven. De ware minnaar moet gelijken op het vuur. Wie bemint mag aan niks anders meer denken. Op deze weg is er geen verschil meer tussen 'goed en kwaad'; waar de liefde is, bestaat er geen 'goed' noch 'kwaad'. Liefde heeft niets te maken met de menselijke rede. Wie een spirituele kijk op de onzichtbare wereld heeft, hem worden gelijk de atomen van de zichtbare wereld onthult. 

'Dat de met God verenigde mens zich niet aan regels van deugdzaamheid hoeft te houden, omdat in God noch deugd noch zonde bestaat,en dat wij zelfs Gods troost kunnen ontberen, omdat het verlangen daarnaar ons aan een ontoereikend Godsbeeld bindt.'  M. van Porete Mystica

 

Vallei 3: Vallei van de kennis

De vallei van de kennis: het alerte, innerlijke hart(te onderscheiden van gewone kennis)

Deze vallei heeft begin noch einde. Geen enkele weg lijkt op deze; maar er is een verschil tussen de aardse en de  spirituele reiziger. Ziel en lichaam zijn altijd aan het verbeteren of ze gaan achteruit, naargelang ze de volmaaktheid bereiken of verslappen.

De manier waarop je de spirituele weg gaat, hangt af van de kracht die je op dat moment hebt. Je nadert je doel in overeenstemming met je geesteshouding. Wanneer het mysterie van de wezens je op heldere wijze onthuld wordt, verandert de 'vuuroven' in een bloemenparadijs.In al wat je ziet, zie je het gezicht van je Geliefde.

Je moet blijven 'zien' zoals in Ruusbroecs ' De geestelijke Bruiloft' (de wijze en dwaze maagden). Dat 'zien' is het innerlijk waakzaam blijven, aandachtig uitkijken naar de Geliefde. Bewaak de weg naar je hart zorgvuldig, want er sluipen dieven rond. Slaap niet in, als je op zoek bent naar het spirituele. Het motief komt uit het Hooglied: 'Ik slaap wel, maar mijn hart waakt en dommelt nooit in.'

Maar zelfs als je ooit met je hand de goddelijke troon zou kunnen aanraken, dan nog moet je steeds zeggen: 'Is er niet méér dan dit?

Vallei 4 : De vallei van het loslaten en onafhankelijkheid

De vallei van de losmaking,  onthechting, het loslaten: het loslaten van angst en verlangens.

Deze vallei kent geen ambitie of hang naar bezit, er is zelfs geen belangstelling om spirituele dingen te doorgronden. De geest bevindt zich in een toestand dat hij naar zelfstandigheid streeft(losmaking). Noch het oude noch het nieuwe heeft in deze vallei nog waarde: je bent vrij om wel of niet te handelen. Je beseft hoe alles relatief is, wezenlijk 'niets' is, en dus niet belangrijk om je er aan te hechten, of om bang te zijn voor de vernietiging ervan.

Het eerste aspect van de 'zelfstandigheid' van de ziel: je laat de wereld los. Je beseft hoe alles, hoewel het vergaat, toch altijd terug keert naar zijn oorsprong, die alles in essentie bevat. Zo zullen 'de vogels' volledig moeten 'vergaan' om te ontdekken dat ze in wezen de Simoerg zijn.

Nu heb je je losgemaakt van de wereld, je hebt je eigen houding bepaald(handelen of niet-handelen) die strikt individueel is en niet precies valt voor te schrijven. Het is het begin van de 'woestijn' die zich in de latere valleien begint af te tekenen. Je staat er nu 'alleen' voor, d.i. zonder steun (gehechtheid aan de bekende wereld), zonder de mentale structuren van 'deze' en 'gene' wereld, zonder dat je je kan richten op een hemel die te 'verdienen' valt of een hel die dreigt als je je verkeert gedraagt. De mystica's Rabia al Adawiyya en Teresa van Avila wijzen ons op dit zware deel van de zoektocht.

Het 'handelen' laat zich niet langer bepalen door deze categorieën. Je komt op een punt dat je God benadert 'zonder wijze d.i. op een 'manier' die niet vastligt, die niet te bepalen valt van  buitenaf, 'zonder wijze' schrijft Meester Eckhart.

Vallei 5: De vallei van eenheid

De vallei van eenheid: aduaal (zonder dualiteit), zonder 'ik'. De plek waar je van alles onthecht wordt en de eenheid van alle dingen ziet.

Het wezen dat je opzoekt heeft niks te maken met eenheid noch getal; hou er derhalve  mee op te denken, in termen van 'leven' en 'eeuwigheid'; beide begrippen zijn hier verdwenen spreek er verder niet meer over. Op dit pad in deze vallei heb je het recht niet om iets te scheiden of te verenigen. Het is omdat je dubbelziet, dat je verschillende voorwerpen opmerkt.

Maar op het pad dat je bent mag je oog niks zintuiglijks waarnemen. Daar is geen Ka'aba en geen  pagode. Ik zal je de ware leer onderwijzen en dat is die van het oneindige wezen. Je mag nooit iemand anders zien dan dat oneindige wezen, dat onvergankelijk is. Je bent in hem, door hem en met hem, en tegelijk ben je niet in hem, niet door hem en niet met hem!

Of iemand nu behoort tot de goeden of de slechten, hij ontvangt altijd het licht van de zon van de genade vanuit de hemelsferen die zich in de onzichtbare wereld bewegen. Een of andere dag zal die zon de sluier wegtrekken die hem nu bedekt. En dan zal je merken wat de ware natuur van goed en kwaad is!

Zolang je als een individu leeft zullen goed en kwaad voor jou bestaan; maar zodra je verdronken bent in de zon van het goddelijke wezen, zul je merken dat alles liefde is. Zolang je je aan je eigen bestaan vastklampt, zul je voortdurend goed en kwaad opmerken. Zolang je de hemelse openbaring niet hebt bereikt dat alles niets is, zul je vastgeketend zitten aan je 'ik'.

Moge God je geven dat je weer wordt zoals je was voor je tot het bestaan kwam: niets. Wie ook maar iets van dit geheim heeft doorgrond wendt zijn hoofd af van het koninkrijk van de twee, gescheiden werelden. Hij die eenheid in zijn hart heeft gegrift, vergeet alles en ook zichzelf. 

Vallei 6: De vallei van de verbijstering

De vallei van de verwondering en de verbijstering: het gaan door de droge woestijn van smart, pijn, verlies, ver-niet- ing en uitwissing.

De vallei van droefheid, pijn en lijden, de vallei van de ontlediging, van de 'geestelijke dood', je sterft, en weet niet waarheen te gaan om dat 'sterven' stop te zetten. Want waar ga je naar toe; wanneer iets van de weg onthult wordt, is die weg zo verbijsterend, dat je het gevoel hebt opnieuw te zullen sterven als je die weg opgaat.

Je lijdt, je zucht, elke ademhaling is een bittere klacht; er is alleen maar verterend verlangen. Het is alsof het er tegelijk dag en nacht is; maar het is noch dag noch nacht. Er is overal vuur, dat de mens overweldigt, verbrandt en verteert.

Hoe kan je nog 'vooruit' gaan?
Je bent zo verbijsterd, dat je het spoor kwijt raakt. Als men je vraagt: 'Ben je, of ben je niet? 
'Heb je het gevoel te bestaan, of niet? Ben je het een of het andere, of geen van beide?
Ben je vergankelijk of stoffelijk? Ben je zichtbaar of verborgen? Kortom:besta je of besta je niet? Dan is je antwoord: 'Ik weet het niet, en ik ken ook mezelf niet meer. Ik ben verliefd, maar ik weet niet op wie. Ik ben noch gelovig noch afvallig.

Wie ben ik dus?
Ik herinner me zelfs het voorwerp van mijn liefde niet meer; mijn hart is tegelijk vervuld en leeg van liefde. Je bent  helemaal in de war, want je hebt een visioen gezien. Je hebt niets gehoord, en tegelijkertijd alles.Je hebt niets gezien, en alles. Was het in een droom, of was je wakker, beschikte je wel over al je geestelijke vermogens?

Er is op de hele wereld niets wonderlijkers dan wat ik gezien heb: want het is alsof die dingen tegelijk onthuld en verborgen waren. Ik kan er niet over spreken; maar ik kan er evenmin over zwijgen; en hoe vreemd het me ook voorkomt, ik kan mij er niet eens over verwonderen. Wat ik heb gezien is volledig in mijn geheugen gegrift, ik herinner me elk detail, en tegelijk is er geen spoor van over. 

Wij de lezers en hoorders worden aangemaand 'de weg zonder weg' te gaan, het 'woeste, droge spoor' te volgen, 'te vernieten' tot hij 'alles' vindt. Er zijn geen merkstenen, wegaanduidingen, zekerheden meer. Er is slechts de ervaring die geen ervaring lijkt te zijn.

Vreugde en verdriet raken elkaar. Je hebt iets gezien, of ervaren, maar er is geen enkel tastbaar bewijs van over. In de leegte- waar niets te vinden is-  heeft zich iets volledig onthuld dat in je geheugen gegrift staat. Het feit dat het zo leeg is, zonder vormen, doet de vraag rijzen of het wel echt is. Maar het gevoel dat ermee verbonden was toen je het 'zag' of 'hoorde' in je gedachten, dat je achtervolgt, bevestigt dat het toch echt is.

Je kunt enkel over de verbijstering spreken. Daarna zwijg je, ten prooi om wat je ervaren hebt, en om het verlies dat je voelt. Had je het niet ervaren, zulke pijn had niet bestaan.

Dat lijkt wel de ergst denkbare pijn, en je weet niet eens meer of je dankbaar of boos moet zijn om het feit, dat je zoiets bijzonders ervaren hebt. Nooit heb je zo'n gemis gevoeld, een gemis dat in verhouding is tot de heerlijkheid van de ervaring. Dit maakt de onzekerheid en de afwezigheid ervan draaglijk, net aan.

Je vraagt je af:
Hoe lang nog zal ik deze zinsverbijstering kunnen verdragen?
Wat moet ik doen?
Ik ben verdwaald?
Waar moet ik heen?
Ik weet het niet.
---------------------------------------------

Mad winter night

fire in all the rooms

all of us mad, on fire

Who will ever sleep again.

-   Jalal - ud - Din - Rumi

God laat me weten waar ik heen moet.
--------------------------------------------------------

De soefi zegt: Waarom je lot beklagen? Je weet welke deur de jouwe is. Blijf zitten voor de deur, vroeg of laat zal iemand de deur openen.

Vallei 7: De vallei van de armoede en uitwissing

De vallei van de 'spirituele ' armoede en  uitwissing; de kenmerken van deze vallei zijn: vergetelheid, verstomming, doofheid en verdwijning. Daar zie je, in één enkele straal van de spirituele zon, de duizenden eeuwige schaduwen verdwijnen die je omringen.

Toen de ervaren reizigers van de spirituele weg en de mannen van de daad het gebied van de liefde betraden, waren ze bij hun eerste stap verdwaald. Als je deze plek wilt bereiken, ontdoe je dan eerst van jezelf. 'Laat jezelf wegsmelten door de inwerking van de liefde, tot je even dun wordt als een haar. Wanneer je zo dun zult zijn als een haar, zul je de eer genieten geplaatst te worden tussen de haren van je Geliefde.' Als jou de minste vorm van 'ik' rest, zullen de zeven oceanen voor jou met ongeluk gevuld zijn.

Het verhaal van de vlinder
Het beeld van de vlinder die zich, uit radeloze, absolute, radicale liefde voor God in het vuur van een kaars gooit is een favoriet thema in de mystiek ( Teresa van Avila). Anders is de ervaring van de eenheid niet volledig; men kan naar de vlam van de kaars kijken; je kunt erover spreken; je kan in de buurt ervan fladderen,  de vlam even aanraken; maar je weet pas wat die vlam echt is, als je jezelf erin gooit. Dan wordt je wat de kaarsvlam 'in wezen' is. Je wordt ermee verenigd, of zo je wilt, je 'wordt' die kaarsvlam, want je maakt er integraal deel van uit. Je wordt de 'vlam' van dat vuur en door die vlam te worden, wordt je pas echt verteerd - en vernietigd, en verenigd met het vuur. 

Wanneer het bestaan verdwijnt, dienen ook je status, rijkdom, macht tot niets meer. Laat alles achter wat je bezit, en trek je terug in eenzaamheid. En wanneer er voor jou noch goed noch kwaad meer zullen bestaan zul je waarlijk beminnen, en eindelijk zul je waardig bevonden worden om verniet te worden; dat is je grootste liefdesgeschenk.

De Simoerg

De vraag van de vogels is: hoe kan het dat we niet naar de Simoerg verlangen? Waarom zouden we naar God moeten verlangen als we daar geen noodzaak toe voelen?
Het antwoord van de Hop: Die nood kunnen jullie niet voelen zoalng jullie je blijven vastklampen aan de aardse, vergankelijke schoonheid en vormen van voldoening. Zodra jullie naar binnen kijken, zullen jullie merken dat er in jullie al iets naar de Simoerg verwijst: je hart, dat, als je op de roep van de Simoerg ingaat, een beeld van Hem weerkaatst.

Dat hart(ziel) wil niets anders dan ingaan op de liefde die het voelt voor de Simoerg. En in dat hart is een spiegel, in de mens ingebouwd (door de Simoerg), waarin de Simoerg zichzelf kan zien.

Naar Hem toevliegen is naar jezelf toevliegen, naar Hem opvliegen is in jezelf afdalen, naar de plek waar de hele werkelijkheid (de Simoerg) zich in jullie hart spiegelt. Dat beeld was er al, maar het moet ontdekt, beseft, 'schoongemaakt' worden om weer het oorspronkelijke beeld dat erin is aangebracht zichtbaar te maken.

Het komt erop aan dat te beseffen, inzicht te krijgen in die wezenlijke eenheid(op het diepste niveau) tussen God en mens, ook al is dat rationeel niet bewijsbaar en materieel niet aantoonbaar.

--------------------

Dat is een vorm van 'kennen' van een andere orde, die enkel toegankelijk is voor wie zich voor dit soort 'kennen' openstelt. De uitspraken van de Hop zijn een oproep aan de vogels om zich 'bewust te worden' van dat 'goddelijke' in hen. Het zoeken naar de Simoerg* is dus niet: iets zoeken 'buiten' ons, maar iets zoeken 'in' ons. Het is niet iets 'hoogmoedigs' zich willen meten met God maar iets natuurlijks (je zoekt wat God in de mens heeft ingeschapen en wat de eigen 'innerlijke schoonheid' van de mens uitmaakt; dat niet opzoeken zou pas getuigen van hoogmoed: je beperkt je tot de uiterlijke schoonheden en gehechtheden terwijl God schatten van rijkdom in de mens heeft opgeborgen).

* De betekenis van  si moerg is dertig vogels.

De essentie van de Samenspraak van de vogels

De Samenspraak van de vogels is een concreet, boeiend, maar ook ontregelend verhaal over mensen van vlees en bloed.
Het mooie is dat dit in een 'verhaal' wordt verteld; iets wat bij westerse mystici zelden voorkomt; deze laatsten schrijven tractaten, of vermaningen, of leggen getuigenis af van de eigen ervaringen, of vertellen aan de hand van metafysisch getinte theologische bespiegelingen over evangelieverzen of teksten uit het O.T; of men beschrijft het als kunstvorm,  de kunst van het suggereren, in gedichten. In dit verhaal  krijg je een concreet, boeiend en ontregelend verhaal over mensen van vlees en bloed die op zoek gaan naar God. In onthullend eenvoudige taal.

Voor iedereen begrijpbaar en herkenbaar.