De ziel als hoeder
'En ik liet mijn kudden lopen, die ik eerst hoedde'. Hooglied
Commentaar bij deze tekst:
De ziel kan nog zo geestelijk zijn, zij hoedt toch altijd een kleine kudde neigingen, voorkeurtjes en andere natuurlijke of geestelijke onvolmaaktheden die zij achterna loopt en die ze ook zorgvuldig weidt door eraan toe te geven en ze te volgen...... vele vormen van nutteloze hoop, vreugde, smart en vrees, welke de ziel achterna loopt. Sommigen hebben er wat meer van, anderen wat minder.
Maar zij gaan ze achterna en hoeden ze, totdat zij bij het binnengaan van deze innerlijke kelder om er te drinken, alles verliezen. Dan zijn zij omgevormd en helemaal opgeslorpt in liefde ... Dan voelt de ziel zich bevrijdt van alle kinderachtige voorkeurtjes en ongepastheden die zij eerst bleef nalopen.
En het is uitsluitend God die dit kan doen, want uit zichzelf slaagt niemand erin zich van deze verlangens te ontdoen.
- Jan van het Kruis Geestelijk Hooglied